A werkt in de jaren 1981 - 2001 voor D. Sinds 2001 vervult A een managementsfunctie bij E in de VS. In het kader van een reorganisatie wordt A in 2011 ontslagen door E. A wordt daartoe overgeplaatst naar H bv in Nederland. De ontslaguitkering die X van H bv geniet in verband met zijn ontslag, brengt hij onder in belanghebbende, X bv. Daarbij wordt geen loonheffing ingehouden. In 2014 wordt het stamrechtkapitaal in één keer uitgekeerd. Hierbij wordt loonheffing afgedragen over 80% van de waarde van het stamrechtkapitaal. In geschil is of Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van de uitkering van het stamrechtkapitaal.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van de uitkering van het stamrechtkapitaal. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van een zuiver nationale situatie: de uitkering is gedaan door een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige en wordt genoten door een inwoner van Nederland. Het belastingverdrag met de VS is volgens de rechtbank niet van toepassing. De rechtbank acht niet van belang dat A in het verleden een groot aantal jaren in de VS heeft gewerkt. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 11
Wet op de loonbelasting 1964 39f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 22 april