Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat veehouders die vanuit de landbouwregeling van art. 27 Wet OB 1968 overgaan naar de ‘normale btw-regels' alsnog voor een deel recht hebben op aftrek van btw op de kosten van jongvee en melkkoeien die op de optiedatum op het bedrijf aanwezig waren.

Belanghebbende, X, is een vennootschap onder firma die een melkveehouderij exploiteert. Op verzoek van X ontheft de inspecteur per 1 oktober 2013 X van de landbouwregeling van art. 27 Wet OB 1968. In geschil is of herziening mogelijk is voor de omzetbelasting die is begrepen in de opfokkosten van de op de optiedatum 1 oktober 2013 aanwezige binnen het eigen bedrijf voortgebrachte kalveren (jongvee) en voor de zelf voortgebrachte koeien.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat veehouders die vanuit de landbouwregeling van art. 27 Wet OB 1968 overgaan naar de ‘normale btw-regels' alsnog voor een deel recht hebben op aftrek van btw op de kosten van jongvee en melkkoeien die op de optiedatum op het bedrijf aanwezig waren. Partijen zijn het erover eens geworden dat als grondslag voor de herziening kan dienen de kostprijs van het vee volgens de in het Landelijk Overleg Omzetbelasting vastgestelde normen. Wat betreft de bepaling van de daarin begrepen omzetbelasting zijn partijen het erover eens geworden dat een bedrag van 6/106 gedeelte van de normbedragen de beste benadering daarvan vormt. De rechtbank volgt partijen hierin. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 27

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen