X exploiteert als eenmanszaak een hotel. Daarnaast is hij bestuurder en enig aandeelhouder van een bv. Begin 2017 huurt X voor het hotel een administratiekantoor in, waarbij is afgesproken dat dit per jaar maximaal € 2800 (excl. BTW) zou gaan kosten. In de periode februari 2017 tot en met 29 november 2018 is vanaf de bankrekening van het hotel voor in totaal € 8977 aan dat kantoor betalingen verricht. X stelt dat een deel van de facturen (€ 5820) onverschuldigd is betaald.
De kantonrechter van Rechtbank Overijssel oordeelt dat € 2735 zonder rechtsgrond en dus onverschuldigd is betaald. Het betreft facturen die aan de bv en niet aan het hotel waren gericht. Het hotel en de bv zijn namelijk twee verschillende entiteiten. Een deel van de betaalde facturen heeft terecht betrekking op 2015 en 2016, omdat die jaren door de vorige boekhouder nog niet waren afgerond en incompleet waren. In reconventie eist het kantoor vergeefs dat de bv nog een factuur van € 1934 betaalt. De bv is namelijk geen partij bij deze procedure en de vordering is daarom niet-ontvankelijk.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Insolventierecht
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 18 augustus