X heeft in het jaar 2019 een uitkering ontvangen van de gemeente. De inspecteur verwerkt de uitkering in de aanslag IB/PVV 2019 aan de hand van de door de gemeente ontvangen gegevens. X stelt dat hij een teruggaaf had moeten krijgen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X aan de hand van verifieerbare stukken de door hem verdedigde bedragen aannemelijk moet maken. De eigen berekeningen van X zijn onvoldoende met objectieve stukken onderbouwd. De inspecteur heeft de uitkering van de gemeente op de juiste wijze in de aanslag verwerkt. Voorts oordeelt de rechtbank dat de inspecteur bij de verrekening van loonheffing slechts rekening hoeft te houden met het bedrag dat feitelijk is ingehouden. De stelling van X dat de berekening van het ingehouden bedrag niet klopt, leidt niet tot een hogere verrekening van niet ingehouden loonheffing.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 augustus