Rechtbank Gelderland oordeelt dat de BTW-vrijstelling van toepassing is op de detachering van het personeel bij A. X heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de detachering er niet in hoofdzaak toe strekte om extra inkomsten te verschaffen in concurrentie met commerciële uitzendbureaus.

Belanghebbende, X, is een zorginstelling. Op 30 oktober 2000 richt zij stichting Y op. Y verhuurt niet alleen woonruimte aan cliënten van X, maar ook aan ouderen die zelfstandig wonen en geen gebruik maken van de dienstverlening van X. X belast de kosten van Y in rekening-courant door aan Y. In 2006 wordt Z opgericht. Z vormt eerst alleen het bestuur van X, later ook van Y. X leent personeel uit aan Y en aan instelling A. In geschil is of de door X uitgevoerde dienstverlening met btw is belast.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de BTW-vrijstelling van toepassing is op de detachering van het personeel bij A. X heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de detachering er niet in hoofdzaak toe strekte om extra inkomsten te verschaffen in concurrentie met commerciële uitzendbureaus. Het detacheren van de personeelsleden is onontbeerlijk voor een goede zorgverlening bij A. Aannemelijk is dat X A wilde helpen. Verder is maar een klein deel van het personeel van X uitgeleend en heeft X verlies geleden op de detachering door het te laag vaststellen van de tarieven. Voor de kostendoorberekening aan Y geldt dat deze wel met BTW is belast tot het moment dat Z ook bestuurder werd van Y. Tussen X en Y kan namelijk tot dat moment geen fiscale eenheid bestaan door het ontbreken van organisatorische en financiële verwevenheid.

Lees ook het thema Diverse btw-vrijstellingen onder de loep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 2 januari

Carrousel: Carrousel

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen