Rechtbank Gelderland oordeelt dat niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur of art. 6 EVRM is gehandeld, dat de chauffeurs materieel in dienstbetrekking staan tot X bv en dat de boeten tot een te hoog bedrag zijn opgelegd.

X bv drijft een transportonderneming en maakt vanaf april 2013 voor het transport gebruik van chauffeurs die een arbeidsovereenkomst hebben met Y, een op Cyprus gevestigd adviesbureau. Vanaf april 2013 doet X bv geen aangiften loonheffingen meer. De Belastingdienst voert een boekenonderzoek uit, en stelt zich naar aanleiding van de bevindingen op het standpunt dat sprake is van een schijnconstructie om socialezekerheidspremies te besparen, een zogeheten Cyprusconstructie. Volgens de Belastingdienst is X bv de werkgever van de chauffeurs, en hij merkt X bv met terugwerkende kracht aan als inhoudingsplichtige. X bv doet wel aangiften, maar betaalt deze niet. De inspecteur legt daarom naheffingsaanslagen op met vergrijpboeten, primair wegens opzet, subsidiair wegens grove schuld.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur of art. 6 EVRM is gehandeld, dat de chauffeurs in dienstbetrekking staan tot X bv en dat de boeten tot een te hoog bedrag zijn opgelegd. Volgens de rechtbank blijkt niet van enige vooringenomenheid of strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, nu de inspecteur veel van de belastende feiten met bescheiden kan onderbouwen. Dat de inspecteur uit privacy-overwegingen de adresgegevens van de – bij X bv bekende – chauffeurs die verklaringen hebben afgelegd niet kan of wil verstrekken, betekent niet dat sprake is van strijd met art. 6 EVRM. Ten aanzien van de dienstbetrekking tussen X bv en de chauffeurs overweegt de rechtbank dat Y enkel een doorgeefluik is. Uit de verklaringen van de chauffeurs leidt de rechtbank namelijk af dat de chauffeurs persoonlijk arbeid moeten verrichten voor X bv, dat zij in gezagsverhouding tot X bv staan, en dat zij loon van X bv ontvangen. De rechtbank acht niet aannemelijk dat sprake was van een payroll- of uitzendsituatie. Over de boeten overweegt de rechtbank dat de inspecteur niet overtuigend aantoont dat sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het ten onrechte niet of onvoldoende betalen van loonbelasting. Ook al koos X bv bewust voor de Cyprusconstructie, dat betekent nog niet dat de bewustheid zag op geen dan wel onvoldoende loonbelasting afdragen. Wel acht de rechtbank grove schuld aanwezig. Het gebruik van de gekunstelde Cyprusconstructie acht de rechtbank niet pleitbaar. De boeten worden gematigd naar 25% en wegens overschrijding van de redelijke termijn verder verminderd. X' beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 6a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 19 december

Informatiesoort: VN Vandaag

271

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen