Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het hospice één economische prestatie verricht die van BTW is vrijgesteld.

X exploiteert een particulier, low-care hospice. Voor het verblijf in het hospice betaalt een gast een eigen bijdrage van € 40 per dagdeel. Deze eigen bijdrage kan worden vergoed vanuit een (aanvullende) zorgverzekering of de bijzondere bijstand. Vrijwilligers uit de vrijwilligerspool van X verlenen een deel van de benodigde zorg voor de gast. Het andere deel van de zorg verleent een thuiszorgorganisatie, op grond van een overeenkomst met X. Daarnaast X heeft twee coördinatoren in dienst die de individuele zorginzet coördineren. Op 8 april 2022 heeft X, na verbouwing, een nieuw pand in gebruik genomen. De BTW op de verbouwingskosten van het pand en de aanschaf van zonnepanelen, heeft X teruggevraagd bij de Belastingdienst. De inspecteur legt een naheffingsaanslag voor een eerder verleende BTW-teruggaaf over 2020 op en wijst de teruggaafverzoeken over 2021 tot en met het tweede kwartaal van 2022 af.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het hospice één economische prestatie verricht die van BTW is vrijgesteld. De prestatie bestaat uit het scheppen van een omgeving die het mogelijk maakt voor de gast om de benodigde zorg te ontvangen in de laatste dagen van het leven, het verlenen van zorg en het faciliteren/coördineren van zorg. Het ter beschikking stellen van de gastenkamer is hiermee nauw verbonden. Er is daarom sprake van één economische prestatie. Uit het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 6 september 2017 (V-N 2017/49.18), volgt dat ook woonvormen, waarbij naast de verhuur ook nog andere verzorgende prestaties worden verricht die onderscheidend zijn ten opzichte van de enkele verhuur, onder de medische BTW-vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel c Wet OB 1968 vallen. De naheffingsaanslag is terecht op gelegd en de teruggaafverzoeken zijn terecht geweigerd.

Lees ook het thema Non profit: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit toelichting op de reikwijdte en toepassing van Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 19 december

Informatiesoort: VN Vandaag

547

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen