X heeft ondanks een herinnering en aanmaning zijn aangifte ib/pvv 2012 niet ingeleverd. Ook na een kennisgeving tot het voornemen van het opleggen van een vergrijpboete dient X de aangifte niet in. Vervolgens wordt met dagtekening 15 juli 2015 ambtshalve de aanslag ib/pvv 2012 vastgesteld berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 75.000 met een vergrijpboete van 50% van de verschuldigde belasting. Het beroep van X wordt gegrond verklaard. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur het inkomen van X te hoog geschat. De rechtbank stelt het inkomen uit werk en woning in goede justitie vast op € 50.000. De boete wordt verminderd naar 25% van de verschuldigde belasting. X gaat in hoger beroep.
Volgens Hof Den Haag is het door de rechtbank op € 50.000 vastgestelde inkomen niet onredelijk hoog. X heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die leiden tot de beslissing dat daarmee overtuigend is aangetoond dat het geschatte inkomen, tot het door de rechtbank in aanmerking genomen bedrag, onjuist is. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 9
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8