Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur de IB-correctie terecht baseert op een afgeluisterd telefoongesprek tussen X en zijn zoon. Er is geen aanleiding delen daarvan buiten beschouwing te laten, omdat die voor X achteraf onwelgevallig zouden zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X verblijft vanaf 2007 in detentie voor de handel en uitvoer van cocaïne. Tot 2013 verblijft hij in een Zwitserse en vanaf 2014 in een Nederlandse gevangenis. In 2013 krijgt X een uitkering van de Sociale Dienst en vanaf dat jaar loopt een witwasonderzoek tegen X en zijn zoon. Hieruit blijkt dat de meerderjarige zoon een duur chalet en diverse personenauto’s op zijn naam heeft staan. In geschil is de € 75.000 correctie van 2013 bij X in de IB-sfeer. Dat bedrag is gebaseerd op bedragen die X noemt tijdens een afgetapt telefoongesprek. X is inmiddels strafrechtelijk veroordeeld voor andere drugsdelicten en witwassen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant had X veel te weinig legale inkomsten om de uitgaven voor de zoon te verklaren. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2022/2829) oordeelt dat de inspecteur de correctie terecht baseert op een afgeluisterd telefoongesprek tussen X en zijn zoon. Er is geen aanleiding delen daarvan buiten beschouwing te laten, omdat die voor X achteraf onwelgevallig zouden zijn. Bovendien is de correctie door de inspecteur voldoende met stukken onderbouwd. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Strafrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 16 april

Informatiesoort: VN Vandaag

497

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen