Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verplichting tot het tijdig beslissen niet is geregeld in een arbeidsovereenkomst of een aanstellingsbesluit, maar in de Algemene wet bestuursrecht. De dwangsom vindt daarom niet zozeer zijn grond in de dienstbetrekking dat deze als loon moet worden aangemerkt.
Mevrouw X werkt bij de politie en maakt bezwaar tegen een definitief plaatsingsbesluit van haar werkgever. Wegens het niet tijdig beslissen daarop stelt X haar werkgever in gebreke. Op 1 augustus 2017 kent de korpschef een dwangsom toe van € 550. In geschil is of hierover terecht loonheffing is ingehouden.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verplichting tot het tijdig beslissen niet is geregeld in een arbeidsovereenkomst of een aanstellingsbesluit, maar in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hoewel een plaatsingsbesluit verband houdt met de dienstbetrekking van X, vindt de dwangsom daarom niet zozeer zijn grond in de dienstbetrekking dat deze als loon moet worden aangemerkt. De omstandigheid dat haar rechtspositie als ambtenaar meebrengt dat de afhandeling van haar bezwaar volgens de regels van de Awb verloopt, rechtvaardigt geen ander oordeel (zie ook Hof Den Haag 2 oktober 2018, nr. 18/00646, V-N Vandaag 2018/2239). Het beroep van X is gegrond. X krijgt een teruggaaf aan loonheffing van € 250,75.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Wet op de loonbelasting 1964 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 13 december