Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat de heffingsambtenaar geen verklaring heeft gegeven voor de uiteenlopende wijze waarop hij de verkoopcijfers van de referentiewoningen heeft omgerekend naar de waardepeildatum. Daardoor maakt de heffingsambtenaar de door hem bepleite WOZ-waarde niet aannemelijk.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning uit 1973 met een inhoud van 406 m³ gelegen op een kavel van 299 m². In geschil is de WOZ-waarde 2016. X bepleit verlaging van € 311.000 naar € 290.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat de heffingsambtenaar geen verklaring heeft gegeven voor de uiteenlopende wijze waarop hij de verkoopcijfers van de referentiewoningen heeft omgerekend naar de waardepeildatum. Daardoor maakt de heffingsambtenaar de door hem bepleite WOZ-waarde niet aannemelijk. Voor de ene referentiewoning is de heffingsambtenaar uitgegaan van een waardestijging van 8,74% voor de maanden november/december 2014. Voor de andere referentiewoning heeft de heffingsambtenaar echter gerekend met een waardedaling van 0,08% in de maand december 2014. Omdat de heffingsambtenaar het gebruik van deze verschillende indexcijfers niet heeft kunnen verklaren, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning van X niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het hof verlaagt de waarde naar € 300.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen