Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de schadevergoeding in een te ver verwijderd verband staat tot de dienstbetrekking. De hoedanigheid waarin de korpschef van de heer X de betaling moet doen, is namelijk niet (zozeer) die van werkgever maar die van (bestuurs)orgaan als onderdeel van de bestuursrechtelijke procedure.
De heer X werkt bij de politie Midden en West Brabant. X vraagt een functieonderhoud aan bij zijn korpschef. Deze wijst de aanvraag af. Volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is dit terecht, maar X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn wel een immateriële schadevergoeding van € 1000. In geschil is of dit bedrag in september 2016 terecht is uitgekeerd na inhouding van loonheffing.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de schadevergoeding in een te ver verwijderd verband staat tot de dienstbetrekking. De hoedanigheid waarin de korpschef de betaling moet doen, is namelijk niet (zozeer) die van werkgever maar die van (bestuurs)orgaan als onderdeel van de bestuursrechtelijke procedure. In zoverre verschilt de situatie van de uitspraak van deze rechtbank (15 januari 2016, nr. 14/4382, V-N 2016/34.21) over de aan een militair toekomende dwangsom. Het beroep van X is gegrond. X krijgt de ingehouden loonbelasting van € 492,20 terug. Aangezien sprake is van vier samenhangende zaken (nrs. 17/3596 tot en met 17/3599) wordt in elk van deze zaken een proceskostenvergoeding toegekend van € 470.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de loonbelasting 1964 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 13 december
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief