Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Hulst zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. Achter het raam van de bovenste verdieping staat een bordje met ‘te huur'. De woning wordt echter sinds eind 2009 niet meer verhuurd nadat de huur bij gerechtelijke vonnis was ontbonden. Dit houdt verband met het feit dat in 2009 in de woning een hennepkwekerij is ontmanteld. In 2010 start X met herstel en onderhoud van de woning. Tijdens een controle constateert de gemeente dat de echtgenoot van X in de woning aanwezig is en dat de woning gemeubileerd is. De heffingsambtenaar van de gemeente legt naar aanleiding hiervan aan X de in geschil zijnde aanslag forensenbelasting op over het jaar 2011.

Rechtbank Middelburg vernietigt de aanslag forensenbelasting omdat X haar woning enkel heeft gebruikt om deze gereed te maken en houden voor de verkoop. Ter zitting heeft X onweersproken en geloofwaardig verklaard dat zij in de woning nadat deze was vrijgekomen van huur, herstelwerkzaamheden heeft verricht, alsmede dat de woning na het herstel in verkoop zal worden gebracht. In februari 2011 heeft X in de woning oude meubels geplaatst om de verkoop te bevorderen. Het plaatsen van de meubels is dus niet gericht op het houden van nachtverblijf. Met betrekking tot de aanwezigheid van haar echtgenoot in de woning heeft X verder gemotiveerd en onweersproken gesteld dat de echtgenoot ernstig ziek is en niet zonder toezicht en begeleiding mag blijven. Om die reden heeft X haar echtgenoot meegenomen bij het verrichten van herstel en onderhoud aan de woning. Conclusie is dat geen sprake is van het voor eigen of gezinsgebruik beschikbaar houden van een gemeubileerde woning. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]