De inspecteur vraagt bezwaarmaker X in een brief om op straffe van niet-ontvankelijkverklaring de gronden van beroep in te dienen. X stelt tegen deze brief beroep in. Rechtbank Breda verklaart dit beroep niet-ontvankelijk omdat de brief van de inspecteur geen uitspraak op bezwaar is.

X maakt bezwaar tegen een aanslag IB/PVV en een aanslag bijdragevervangende belasting voor het jaar 2010. De inspecteur vraagt X tweemaal om de gronden van het bezwaar in te dienen, voor de tweede keer in een brief van 2 mei 2012. In deze brief verzoekt de inspecteur X om voor 16 mei 2012 de gronden in te sturen op straffe van niet-ontvankelijkverklaring.

Rechtbank Breda verklaart het beroep van X gericht tegen de brief van de inspecteur van 2 mei 2012 niet-ontvankelijk omdat deze brief geen uitspraak op bezwaar is. De rechtbank heeft X een aantal beroepsmogelijkheden voorgehouden. Na ontvangst van de reactie van X (dat de uitspraak van 2 mei 2012 moet worden gezien als uitspraak op bezwaar) is niet gebleken dat er sprake is van uitspraken op bezwaar waartegen beroep open staat, noch van instemming van de inspecteur met rechtstreeks beroep. Evenmin is er sprake van beroepen tegen het niet tijdig beslissen door de inspecteur. De beroepen van X zijn kennelijk niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26-1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 19 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen