Rechtbank Den Haag oordeelt dat het overschrijden van de dertienwekentermijn niet verschoonbaar is. Voor het overleggen van de stukken uit Hongarije had X bv namelijk uitstel kunnen krijgen.

X bv exporteert een auto naar Hongarije. Op 24 november 2020 wordt deze uitgeschreven uit het Nederlandse kentekenregister. Pas op 9 april 2021 – dus ruim na de dertienwekentermijn – verzoekt X bv om de teruggaaf van € 1490. In geschil is of dit verzoek terecht niet-ontvankelijk is verklaard en of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. X bv wist namelijk al op 2 februari 2021 dat de auto pas op 24 maart 2021 in Hongarije kon worden gekeurd. Niet valt in te zien waarom X bv niet eerder actie heeft ondernomen en heeft gewacht totdat zij over de stukken van de registratie in Hongarije beschikte. Volgens de inspecteur had X bv voor het overleggen daarvan uitstel kunnen krijgen indien zij hem had geïnformeerd. Ondanks de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure volgt geen toekenning van een immateriële schadevergoeding. Omdat X bv een machtiging heeft ondertekend waarin staat dat een schadevergoeding toekomt aan de gemachtigde, zou X bv door toekenning van de schadevergoeding niet zelf gecompenseerd worden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 4a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 15 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

125

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen