Belanghebbende, X, drijft in 2013 een eenpersoonshuishouden. De persoon met wie X tot juli 2011 samenwoonde, wordt pas op 21 februari 2013 uitgeschreven op het adres van X in de gemeentelijke basisregistratie personen. Naar aanleiding van deze uitschrijving gaat de heffingsambtenaar van GBLT Gemeente- en waterschapsbelastingen ambtshalve over tot vermindering van de aanslag zuiveringsheffing 2013 van 3 naar 1 vervuilingseenheden voor de periode van 21 februari t/m 31 december 2013. Naar aanleiding van het bezwaar van X vermindert de heffingsambtenaar de aanslag ook voor het resterende deel van 2013.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op een kostenvergoeding omdat de aanslag zuiveringsheffing niet verminderd is wegens een aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid. Bij het opleggen van de aanslag heeft de heffingsambtenaar getoetst aan gegevens in de belastingregistratie personen en daarmee heeft hij de normale zorgvuldigheid betracht, aldus het hof. Er zijn geen aanwijzingen dat de heffingsambtenaar ten tijde van het opleggen van de aanslag ervan op de hoogte was dat t/m 20 februari 2013 slechts één persoon de woning gebruikte.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 3:2 en 7:15