X is als rijnvarende in de jaren 2005 en 2007 in dienstbetrekking werkzaam bij Luxemburgse en Nederlandse bedrijven. Hij werkt die jaren op diverse binnenvaartschepen van Nederlandse, Belgische en Luxemburgse eigenaren. In hoger beroep is, net als bij de rechtbank, de verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen in Nederland in geschil. Volgens Hof Amsterdam wordt de verzekeringsplicht van X beheerst door het Rijnvarendenverdrag. Voor het jaar 2005 sluit het hof zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat de schepen waarop X heeft gewerkt, in de in geschil zijnde perioden, tot ondernemingen behoren die in Nederland zijn gevestigd. Op X is dan de Nederlandse wetgeving van toepassing. Het hoger beroep van X met betrekking tot de aanslag ib/pvv voor het jaar 2005 is ongegrond. Wat betreft het jaar 2007 overweegt het hof dat gelet op het gevoerde economisch en financieel management het schip, waarop X dat jaar heeft gewerkt, toebehoort aan een onderneming waarvan de zetel zich buiten Nederland bevindt. X is gedurende het gehele jaar 2007 niet verzekeringsplichtig in Nederland en dus ook niet premieplichtig. Het hoger beroep van X met betrekking tot de aanslag ib/pvv voor het jaar 2007 is gegrond.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Geen tijdsevenredig maximum premie-inkomen bij overlijden (art. 81 Wet RO)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het een bewuste keuze van de wetgever is geweest om overlijden uit te sluiten van de tijdsevenredige verlaging van het maximum premie-inkomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
SVB weigert terecht afgeven A1-verklaring: Belgische wetgeving van toepassing (art. 81 Wet RO)
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de SVB terecht geen A1-verklaring aan X heeft afgegeven. X woonde ten tijde van de aanvraag namelijk in België, zodat het aan België is om de toepasselijke wetgeving vast te stellen, ook voor een situatie in het verleden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Tienduizenden bedrijven gaan alsnog failliet door corona
Zo'n 30.000 tot 40.000 bedrijven zullen failliet gaan door coronaschulden. Dat betekent een strop van € 1,5 tot 2 miljard voor de fiscus. Een deel van die dreigende faillissementen is nog wel te voorkomen, schrijft het AD.
Aftrek Liechtensteinse premies en ‘Krankentaggeldversicherung’ bij vaststelling belastbaar inkomen toegestaan
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de in Liechtenstein betaalde sociale zekerheidspremies en ‘Krankentaggeldversicherung’ voor aftrek in aanmerking komen bij de vaststelling van het belastbaar inkomen van X. De ‘Krankenkasse Arbeitgeber Beitrag’ en de ‘Reisespesen' zijn niet aftrekbaar.
Rijnvarende met Liechtensteinse werkgever heeft geen recht op vrijstelling van PVV-premies
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de Svb afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 en 2018 dan ook verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. De door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring doet daar niet aan af.
Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
Minister Heinen van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieraan ontlenen wij de volgende fiscale maatregelen.