Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een verhuurde aula op een begraafplaats niet deelt in de gemeentelijke OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen. 

Belanghebbende, X, is eigenaar van een begraafplaats in de gemeente Haarlemmermeer met daarop een aula. Per 1 augustus 2010 verhuurt X de aula aan een derde. In geschil is of de gemeente X terecht een aanslag OZB heeft opgelegd voor de aula. X beroept zich op de OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een aula op een begraafplaats niet deelt in de gemeentelijke OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen. De rechtbank stelt voorop dat de gemeente de aula terecht heeft afgebakend als zelfstandig WOZ-object, dus los van de begraafplaats. Dit omdat de aula afzonderlijk gebruikt kan worden en deze ook bij een andere belastingplichtige dan X in gebruik is. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat een aula, zijnde een gebouwd eigendom, niet aan te merken is als een begraafplaats en daarom niet valt onder de vrijstelling van begraafplaatsen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16

Gemeentewet 220

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 19 november

35

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen