Eiseres, X bv, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarden 2011 van twee woningen (vastgesteld op € 459.000 en € 412.000. De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland stelt X bv per e-mail van 13 mei 2011 voor de WOZ-waarden te verlagen tot € 295.000 respectievelijk € 247.000. Op 10 oktober 2011 geeft X bv een taxateur opdracht de woningen te taxeren. Bij uitspraak op bezwaar van 28 december 2011 wordt de waarde verlaagd naar de in de e-mail genoemde waarden. In beroep is alleen nog in geschil of X bv in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding voor de in de bezwaarfase opgestelde rapporten.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht geen proceskostenvergoeding heeft toegekend voor de taxatierapporten die zijn opgemaakt in de bezwaarfase. Redengevend hiervoor is dat het inroepen van een deskundige, voor het opmaken van volledige taxatierapporten, niet redelijkerwijs noodzakelijk is geweest. Gelet op de door de heffingsambtenaar voorgestelde aanzienlijke verlagingen van de waarden van de woningen behoefde volgens de rechtbank slechts beoordeeld te worden of de voorgestelde waarden redelijk zijn. Gelet op de expertise van de gemachtigde van X bv, had deze de beoordeling zelf kunnen maken. Het inschakelen van een taxateur was daarvoor niet nodig, aldus de rechtbank die het beroep van X bv ongegrond verklaart.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Arnhem