De geheimhoudingskamer van Hof Amsterdam oordeelt in een tussenuitspraak dat geheimhouding van de stukken van de bijeenkomsten georganiseerd in het kader van de multilaterale controle gerechtvaardigd is.

X bv exploiteert een groothandel in computers, randapparatuur en software. De omzet voor binnenlandse leveringen bedraagt een klein deel van de totale omzet, de rest van de omzet betreft ICL’s en uitvoer. Over de jaren 2007 - 2010 claimt X bv circa € 5,2 mln aan btw-voorbelasting. Uit het door de inspecteur ingestelde boekenonderzoek blijkt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de inkopen voorafgaand aan ICL’s aan zogenoemde ‘missing traders’ uit Spanje, Roemenië, Italië, Frankrijk en Nederland. De inspecteur legt daarom een btw-naheffingsaanslag op van € 33,7 mln. X bv stelt dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd omdat zij niet over het volledige dossier kon beschikken. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv niet de beschikking had over alle stukken die ten grondslag lagen aan het voornemen om de naheffingsaanslag op te leggen. X bv was dan ook niet in staat om op detailniveau de voorgenomen correcties te bestrijden. De rechtbank vernietigt vervolgens de naheffingsaanslag. De inspecteur gaat in hoger beroep en beroept zich daarbij op art. 8:29 Awb.

De geheimhoudingskamer van Hof Amsterdam oordeelt in een tussenuitspraak dat geheimhouding van de stukken van de bijeenkomsten georganiseerd in het kader van de multilaterale controle gerechtvaardigd is. Het hof overweegt daarbij dat deze stukken als stukken van intern beraad zijn aan te merken, en dat de inspecteur bij de uitoefening van zijn publieke taak zijn (proces)positie moet kunnen bepalen, zonder dat de in dat kader gemaakte afwegingen bij de wederpartij bekend worden. De stukken betreffen onder meer beschrijvingen van het doel en de werkwijze van die vergaderingen, presentaties, verslagen en op de presentaties betrekking hebbende bijlagen. Voor het overige stelt het hof vast dat de inspecteur zich ten onrechte op de bescherming van persoonsgegevens van derden beroept, omdat het belang van onbeperkte kennisneming door X bv zwaarder weegt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen