Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat wijziging van een eerder gekozen onderlinge verdeling van box 3 inkomen niet mogelijk is als de aanslag onherroepelijk is komen vast te staan. Het verzoek tot ambtshalve vermindering is terecht door de inspecteur afgewezen.
X doet aangifte IB voor de jaren 2013 en 2014 en neemt daarin ook een box 3-inkomen op. Het inkomen in box 3 wordt voor 100% aan X en voor 0% aan zijn fiscale partner Y toegerekend. Nadat de inspecteur de aanslagen conform de aangiften heeft opgelegd en nadat de aanslagen onherroepelijk zijn komen vast te staan, dient X drie keer ‘bezwaarschriften’ in. Het geschil spitst zich toe op het ‘bezwaar’ inhoudende het verzoek om het box 3-inkomen voor 100% aan Y en voor 0% aan hemzelf toe te rekenen. De inspecteur heeft op dit ‘bezwaar’ gereageerd op een zodanige wijze dat X hiertegen beroep aantekent.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het schrijven van X d.d. 5 juli 2017 terecht heeft opgevat als een verzoek tot ambtshalve vermindering. De onderhavige belastingaanslagen staan op 5 juli 2017 onherroepelijk vast en het hof ziet geen aanleiding anders te oordelen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.7
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6
Wet inkomstenbelasting 2001 2.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 augustus