Belanghebbende (Vereniging X) heeft op eigen grond een kantoorpand laten bouwen. Het pand is in 2001 opgeleverd. Na oplevering wordt het gehele pand, op één etage na, per 1 november 2001 vrijgesteld verhuurd. Deze (vierde) etage wordt na een half jaar leegstand (per 1 juli 2002) deels – ook vrijgesteld – verhuurd. In geschil is of belanghebbende in 2001 recht heeft op aftrek van de verschuldigde btw die is toe te rekenen aan het leegstaande deel van het pand. De inspecteur legt btw-naheffingsaanslagen op voor het vierde kwartaal van 2001 en het derde kwartaal van 2002. Hof Amsterdam oordeelt dat de eerste aanslag terecht is opgelegd, maar vernietigt de tweede. De Hoge Raad (12 september 2008, nr. 43011, V-N 2008/46.16) heeft de eerste naheffingsaanslag verminderd, omdat belanghebbende recht heeft op aftrek van de btw-voorbelasting die betrekking heeft op het onverhuurde deel van het kantoorpand. De zaak met betrekking tot de tweede naheffingsaanslag heeft de Hoge Raad verwezen naar Hof 's-Gravenhage. Op het moment dat de etage wordt verhuurd moet de afgetrokken btw namelijk weer worden gecorrigeerd. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat het per 1 juli 2002 verhuurde gedeelte voor de btw-heffing moet worden aangemerkt als een afzonderlijk goed en dat de voorbelasting aftrekbaar is zolang dit goed niet wordt gebruikt. Vervolgens oordeelt het hof dat de eerder toegepaste aftrek moet worden gecorrigeerd, onder toepassing van art. 15 lid 4 Wet OB. De Hoge Raad oordeelt dat bij de ingebruikneming van de vierde etage de herzieningsregeling van art. 13 (en eventueel 13a) Uitv. besch. omzetbelasting van toepassing is op de btw die in 2001 – terecht – in aftrek is gebracht. Art. 15 lid 4 Wet OB 1968 is derhalve niet van toepassing. De Hoge Raad vernietigt de naheffingsaanslag.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Landbouwnormen 2025: normen en richtlijnen voor eigen verbruik beschikbaar
De Belastingdienst publiceert jaarlijks de 'Landelijke Landbouwnormen'. De normen voor eigen verbruik en richtlijnen voor privégebruik voor 2025 zijn nu beschikbaar.
Europese ViDA-regelgeving: e-facturering en digitale rapportage
De ViDA-regelgeving moet een modern, digitaal en fraudebestendig BTW-stelsel creëren dat aansluit bij de digitale economie en de interne markt versterkt. De Europese Unie heeft het ViDA-pakket, bestaande uit één richtlijn en twee verordeningen, in maart 2025 gepubliceerd. Specialist Anne Marieke Smits behandelt dit onderwerp op InView in een nieuw fiscaal thema ‘e-facturering en digitale rapportage’.
Loonheffingen november verrekenen met teruggaaf BTW
De Belastingdienst adviseert om het formulier ‘Verzoek loonheffingen verrekenen met teruggaaf BTW’ over het tijdvak november of de 12e vierwekenperiode zo snel mogelijk te versturen.