Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van Rechtbank Breda dat X ter zake van de verhuur van de tweede verdieping ondernemer voor de omzetbelasting is.

Belanghebbende, X, is bestuurder en houder van alle certificaten van de aandelen in A bv. X heeft een woonhuis laten bouwen. Een onzelfstandig deel van de woning, te weten twee kamers op de tweede verdieping, wordt verhuurd aan F bv. Een werknemer van F bv gebruikt gemiddeld één dag in de week deze bedrijfsruimte. Ten eerste is in geschil of X ter zake van de verhuur van de tweede verdieping een ondernemer voor de omzetbelasting is. Ten tweede is in geschil of het mogelijk is om ter zake van deze verhuur te opteren voor belaste verhuur.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van Rechtbank Breda dat X ter zake van de verhuur van de tweede verdieping ondernemer voor de omzetbelasting is. Uit jurisprudentie van het Hof van Justitie EU blijkt dat ook bij verhuur van een deel van een woning sprake is van exploitatie van een zaak om daar duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Ook is de verhuur een activiteit die zich in het economische verkeer afspeelt. X is derhalve ondernemer en mag het pand geheel tot zijn ondernemingsvermogen rekenen. Voorts oordeelt het hof dat op grond van het besluit van de staatssecretaris van 24 maart 1999, nr. VB99/571, V-N 1999/19.21 geopteerd kan worden voor belaste verhuur. Over de hoogte van het bedrag dat X in vooraftrek kan brengen, bestaat in hoger beroep geen geschil meer. Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 8 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen