Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er onduidelijkheid bestaat over de vergoeding van immateriële schade bij geringe financiële belangen in WOZ-zaken en de vergoeding van griffierecht en stelt daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

X is eigenaar van een woning en heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde vaststelling door de heffingsambtenaar. Na ongegrondverklaring van het bezwaar en beroep, stelt X hoger beroep in bij het Hof ’s-Hertogenbosch. In hoger beroep is in geschil: i) of de heffingsambtenaar de indexering van verkoopcijfers voldoende heeft gemaakt, ii) of de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld, iii) of er sprake is van schending van artikel 40 Wet WOZ en de gevolgen daarvan voor de proceskostenvergoeding, iv) of X recht heeft op een vergoeding voor immateriële schade en zo ja, voor welk bedrag, en v) of X recht heeft op vergoeding van het griffierecht indien alleen ten aanzien van de vergoeding voor immateriële schade in het gelijk wordt gesteld.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er onduidelijkheid bestaat over de vergoeding van immateriële schade bij geringe financiële belangen in WOZ-zaken en de vergoeding van griffierecht en stelt daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Het hof is bekend met de conclusie van A-G Wattel van 17 november 2023, V-N 2023/58.16, en onderschrijft de door hem getrokken conclusies. In beginsel ligt het in de rede om de beslissing van de Hoge Raad af te wachten. Het hof acht echter de kans zeer wel aanwezig dat de Hoge Raad in die voorliggende zaak zich niet zal uitlaten over deze kwesties, aangezien het voor de beslissing in die zaak niet noodzakelijk is om op het punt van de vergoeding voor immateriële schade in te gaan op de voorstellen van de A-G en het financiële belang gering is. Het hof stelt daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over: i) de toekenning van vergoedingen aan de rechtsbijstandverlener, ii) de hoogte van de 'bagatel-grens', iii) de maximering van de vergoeding voor immateriële schade op het pleitbare financiële belang, iv) de maximering van de vergoeding voor immateriële schade in WOZ-zaken op € 50 per zes maanden overschrijding en v) de vergoeding van griffierecht in zaken waarin het beroep ongegrond is maar wel een vergoeding voor immateriële schade wordt toegekend. Het hof houdt verdere beslissingen aan en schorst het geding in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 30a

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 7 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

509

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen