Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de verrekening tot gevolg zou hebben dat de belastingschulden onbetaald zouden blijven.

X is enig aandeelhouder/bestuurder van een bv. In 2017 wordt de bv versneld ontbonden (turboliquidatie). Later worden diverse naheffingsaanslagen aan de bv opgelegd. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor in totaal € 141.894. Volgens Rechtbank Gelderland is de privéschuld van X aan de bv ten onrechte verrekend met een door X van een gelieerde partij overgenomen vordering op de bv. X heeft zich aldus bevoordeeld ten koste van de Belastingdienst. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de verrekening eind september 2017 tot gevolg zou hebben dat de belastingschulden onbetaald zouden blijven. Als enig bestuurder van de bv treft X persoonlijk een ernstig verwijt. Vanwege de rechtsgeldige meldingen betalingsonmacht kan X slechts aansprakelijk worden gesteld voor de belastingschulden, waarvan de vervaldag van die aanslagen is gelegen na 30 september 2017 (zie HR 21 mei 2021, 19/05444, NJB 2021/1582). De aansprakelijkstelling wordt verlaagd tot 22.256. Het beroep van X is gegrond.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 7

Invorderingswet 1990 36

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Invordering

Editie: 7 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

384

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen