Belanghebbende, X, ontvangt van de gemeente Rijnwoude twee WOZ-beschikkingen over het jaar 2010. De eerste heeft betrekking op een woning met 600 m² grond en de tweede betreft het bedrijf bestaande uit een tuinbouwkas, 3550 m² grond (theetuin en boomkwekerij) en 14.750 m² cultuurgrond. De WOZ-waarden zijn door de gemeente vastgesteld op € 570.000 respectievelijk € 136.000. X is het niet eens met zowel de objectafbakening als de vastgestelde WOZ-waarden.

Hof 's-Gravenhage is met de rechtbank van oordeel dat de gemeente de objecten op de juiste wijze heeft afgebakend. De rechtbank overwoog dat de gemeente terecht uitgaat van twee WOZ-objecten aangezien zich tussen de woning en de theetuin een duidelijke afscheiding in de vorm van een haag bevindt en dat de woning voor privédoeleinden wordt gebruikt en de theetuin en boomkwekerij voor zakelijke doeleinden. Voor het apart afbakenen van de theetuin en de boomkwekerij zag de rechtbank echter geen ruimte. Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank en voegt daar nog aan toe dat de heffingsambtenaar terecht dat deel van de grond en de opstallen aan de woning heeft toegerekend dat niet (mede) dienstbaar is aan de bedrijfsactiviteiten van X. Vervolgens oordeelt het hof dat de gemeente ook heeft bewezen dat de WOZ-waarden van de woning en het bedrijf niet te hoog zijn. De taxaties die X inbrengt, zijn niet bruikbaar omdat ze te oud zijn en er wordt uitgegaan van een onjuiste objectafbakening.

[Bron Uitspraak]