Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de opgevraagde stukken alleen relevant zijn voor de vraag of X bv bepaalde feiten aannemelijk maakt waarvan de bewijslast al op haar rust. De inspecteur heeft bij het opvragen van deze stukken dus geen belang waarop de inlichtingenplicht van art. 47 AWR ziet.

X bv handelt in auto's en repareert die ook. X bv heeft een vergunning om BPM-maandaangiften te doen. In 2017 vraagt de inspecteur in het kader van een onderzoek naar de BPM-aangiften over 2015 en 2016 de betreffende inkoopfacturen, verkoopovereenkomsten, verkoopnota's en nota's van reparaties op. X bv weigert die stukken te overleggen. In geschil is of vervolgens terecht een informatiebeschikking jegens haar is genomen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de beschikking rechtsgeldig. X bv gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de opgevraagde stukken alleen relevant zijn voor de vraag of X bv bepaalde feiten aannemelijk maakt waarvan de bewijslast al op haar rust. De inspecteur heeft bij het opvragen van deze stukken dus geen belang waarop de inlichtingenplicht van art. 47 AWR ziet. Hieruit volgt dat informatiebeschikking niet in stand kan blijven. Het beroep van X bv is gegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen