Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat gemachtigde, B bv en C bv in de onderhavige procedure geen bijstand meer mogen verlenen of X mogen vertegenwoordigen. Door de weigering te beperken tot de onderhavige zaak is er een redelijke verhouding tussen die beperking en het doel van de schorsing, de verzekering van een normale gang van zaken bij de procedure.

X is belanghebbende in een BPM-zaak. In de onderhavige zaak is C bv de gemachtigde en dient gemachtigde namens C bv de processtukken in. Het hof heeft gemachtigde, B bv en C bv eerder al als gemachtigde geweigerd wegens onbetamelijk taalgebruik (zie V-N 2020/24.26.35). Ondanks een expliciete waarschuwing bevat de motivering van dit hoger beroep toch weer diverse beledigingen. gemachtigde weigert om hiervan afstand te nemen en voegt er per brief zelfs nieuwe beledigingen aan toe.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat gemachtigde, B bv en C bv in de onderhavige procedure geen bijstand meer mogen verlenen of X mogen vertegenwoordigen (zie HR 6 november 2020, 19/05365, V-N 2020/57.21). Tegen gemachtigde bestaan ernstige bezwaren en deze gelden evenzeer voor B bv en C bv. Gemachtigde pleegt namelijk namens deze bv's zowel schriftelijk als mondeling op te treden. De stukken met de beledigende woorden zijn zonder uitzondering ondertekend door gemachtigde. Door de weigering te beperken tot de onderhavige zaak is er een redelijke verhouding tussen die beperking en het doel van de schorsing, de verzekering van een normale gang van zaken bij de procedure. De griffier zal de weigeringsbeslissing ook naar X sturen en X wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een andere gemachtigde aan te wijzen en het hof daarvan in kennis te stellen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 maart

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen