Belanghebbende, Stichting X, houdt zich bezig met het opleiden van schilders. De schilders in opleiding zijn bij X in loondienst. Over 2011 en 2012 claimt X de afdrachtvermindering onderwijs voor werknemers die scholing volgen om op startkwalificatieniveau te komen. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur echter dat X voor geen van betrokken werknemers beschikt over een 'Verklaring werkloze' van het UWV. De inspecteur zegt toe dat dit gebrek kan worden geheeld als X met het UWV kan regelen dat de verklaringen alsnog met (ruime) terugwerkende kracht worden verstrekt. Als het UWV niet onwelwillend blijkt te reageren op het verzoek van X, stuurt de inspecteur zonder medeweten van X een mail naar het UWV waarin wordt gewaarschuwd voor precedentwerking als de verklaringen buiten de normale viermaandenperiode worden toegekend. Het UWV wijst het verzoek van X vervolgens af. In geschil zijn de naheffingsaanslagen loonheffingen over 2011 en 2012. Rechtbank Gelderland handhaaft de aanslagen. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur tegenover Stichting X geen open kaart heeft gespeeld door zonder haar medeweten contact met het UWV op te nemen. Onder deze omstandigheden verzet het beginsel van fair play zich er tegen dat de naheffing plaatsvindt. Het maakt niet uit dat niet zeker is of het UWV daadwerkelijk tot het achteraf verstrekken van de verklaringen zou zijn overgegaan. Het gegeven dat het UWV onder de geschetste omstandigheden geen medewerking meer wenste te verlenen, dient namelijk voor rekening van de inspecteur te komen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 februari