Belanghebbende, X, is bestuurder van stichting A. A is op het woonadres van X gevestigd. Verder is X voorzitter van het bestuur van stichting B. De feitelijke activiteiten van A bestaan uit de verhuur van kamers in de woning van X, het verrichten van administratieve diensten voor andere stichtingen en het beheer van het PGB van X. B exploiteert een café/ontmoetingsruimte. Naar aanleiding van een onderzoek corrigeert de inspecteur de IB-aangiften 2008 en 2009. De inspecteur stelt dat A fiscaal transparant is. Hij corrigeert de aangiften met € 29.400 aan huurinkomsten, € 2000 voor het verzorgen van administraties en € 5181 aan PGB. Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat A fiscaal transparant is en dat de inkomsten van A aan X moeten worden toegerekend. Ten aanzien van het verzorgen van administraties stelt de rechtbank vast dat niet aannemelijk is dat A daarmee inkomsten heeft gegenereerd. Verder is het PGB niet bij X belastbaar. De rechtbank honoreert vervolgens nog wel het beroep van de inspecteur op interne compensatie. Volgens de rechtbank is B weliswaar niet transparant, maar moet een deel van de inkomsten van B aan X worden toegerekend.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat B niet transparant is. Gezien het ontbreken van een administratie mocht de inspecteur echter concluderen dat (een deel van) de inkomsten van B aan X ten goede waren (was) gekomen. Vervolgens verwerpt het hof de stelling van X dat de penningmeester van B € 30.000 heeft verduisterd. Het hof overweegt daarbij dat B geen administratie voerde en dat X niet duidelijk heeft gemaakt hoe hij wist dat de penningmeester geld had verduisterd. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 maart