Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende zijn stamrechtaanspraak heeft afgekocht, nu door kwijtschelding van zijn schuld aan diens stamrecht-bv, de bv niet langer aan de stamrechtverplichting kan voldoen.

X, zelfstandig ondernemer, heeft een stamrechtaanspraak jegens D bv. Op X' ondernemingsbalans staat een schuld aan D bv. In 2010 boekt D bv een vordering op X van € 105.698 af van haar fiscaal resultaat. In de aangifte IB/PVV 2010 verdwijnt X' schuld aan D bv (ultimo 2009: € 103.691) van de balans. X verantwoordt in de winst- en verliesrekening een bate van € 108.082. In de kapitaalsvergelijking is deze bate omgezet in een negatief resultaat van € 14.920, namelijk door het ten onrechte opvoeren van een privé-storting en het achterwege laten van het eindvermogen. Door het op deze wijze onttrekken van een bedrag van € 108.082 aan het vermogen van D bv is de dekking van de stamrechtverplichting dusdanig aangetast dat het stamrecht feitelijk is afgekocht. De inspecteur legt een navorderingsaanslag over 2010 op. Hierbij rekent hij de balanswaarde van de stamrechtverplichting ultimo 2010 (€ 175.639) tot X' inkomen. In hoger beroep is de navorderingsaanslag in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht de waarde van de stamrechtaanspraak tot belanghebbendes inkomen rekent. Volgens het hof is ook sprake van afkoop van een loonstamrecht als de vermogenspositie van D bv zodanig wordt aangetast dat deze in feite niet meer kan voldoen aan haar uitkeringsverplichting. Door de kwijtschelding van de schuld in 2010 is het vermogen van D bv negatief geworden en is de bv vanaf dat moment niet meer in staat volledig aan haar stamrechtverplichting te voldoen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 maart

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen