Rechtbank Gelderland oordeelt dat een belastingplichtige een schuld op een lager bedrag dan het nominale kan stellen wanneer het zo goed als zeker is dat de schuld niet of niet volledig zal worden voldaan. X bv mag de schuld dan in het jaar 2011 al laten vrijvallen.
Het Duitse E GmbH & Co leent bedragen uit aan belanghebbende, X bv. E GmbH & Co wordt in 2011 failliet verklaard. X bv en de curator komen in 2012 overeen dat X bv € 50.000 betaalt voor de afkoop van de schuld van € 3,1 mln aan E GmbH & Co. X bv neemt vervolgens in haar VPB-aangifte 2011 een kwijtscheldingswinst op van € 3.050.000, en verrekent deze winst met de verliezen uit de jaren 1992 - 2001. De inspecteur is echter van mening dat de kwijtscheldingswinst in 2012 moet worden verantwoord, en verrekent deze winst met de verliezen over de jaren 2006 - 2010.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat een belastingplichtige een schuld op een lager bedrag dan het nominale kan stellen wanneer het zo goed als zeker is dat de schuld niet of niet volledig zal worden voldaan. Niet van belang is daarbij dat de schuld in 2011 civielrechtelijk nog bestond, en dat sprake was van een voorwaardelijk akkoord dat nog de goedkeuring van de crediteurenvergadering behoefde. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat het per balansdatum zo goed als zeker was dat de schuld niet zou worden voldaan. Op grond van goed koopmansgebruik is de vrijval van de schuld in het jaar 2011 dan ook mogelijk. Het gelijk is aan X bv.
Lees ook het thema Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 maart
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel