Belanghebbende, X, heeft op 12 januari 2005 bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 1999. Per brief van 25 januari 2011 stelt X beroep in tegen het niet tijdig beslissen van de inspecteur op dit bezwaar. X verzoekt in zijn beroepschrift om een dwangsom en een vergoeding van de proceskosten en de materiele en immateriële schade. Rechtbank Breda verklaart het beroep na een vereenvoudigde behandeling ongegrond. De rechtbank acht het aannemelijk dat de inspecteur al op 2 mei 2005 uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Tegen deze beslissing doet X verzet.
Rechtbank Breda wijst ook in verzet het verzoek van X om toekenning van een dwangsom of een schadevergoeding af. Ook wanneer X de uitspraak op bezwaar inderdaad nooit heeft ontvangen, oordeelt de rechtbank dat het beroep onredelijk laat, want pas na 5 jaar, is ingediend. Het verzet van X is wel gegrond omdat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk in plaats van ongegrond had moeten verklaren.