Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep op basis van de wel door de heer X verstrekte afschriften dat hij – met medewerking van Credit Suisse – kennelijk toch in staat is om de bankrekening vanaf de opening te raadplegen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

De heer X is actief in de trustbranche met de X-groep. In 2012 start een onderzoek bij de X-groep, alsmede bij X en zijn echtgenote. Het onderzoek heeft mede betrekking op een bankrekening bij de bank Credit Suisse in Monaco, die in september 2007 is geopend. In geschil is of terecht een informatiebeschikking is genomen. Volgens Rechtbank Gelderland is het niet geloofwaardig dat de bank geen informatie wil of mag geven aan de rekeninghouder zelf als daar op de juiste wijze om wordt gevraagd. X stelt in hoger beroep dat de bank – ondanks zijn herhaalde verzoeken en die van zijn gemachtigde – niet bereid is tot het verstrekken van de dagafschriften, waardoor sprake is van overmacht.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2020/940) oordeelt op basis van de wel door X verstrekte afschriften dat hij – met medewerking van de bank – kennelijk toch in staat is om de rekening tot september 2007 te raadplegen. X stelt vergeefs dat de rekeninginformatie slechts twee jaar digitaal raadpleegbaar is. X moet binnen zes weken na het onherroepelijk worden van deze uitspraak alsnog dagafschriften overleggen vanaf september 2007 tot en met december 2010. Het beroep van X is ongegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 29 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen