Rechtbank Noord-Nederland stelt op eigen wijze de BTW-aftrek op de aanschaf van een HRe-ketel vast. Een HRe-ketel wekt zowel warmte als elektriciteit op en levert overtollige elektriciteit terug aan het net. De aftrek wordt op basis van het werkelijk gebruik bepaald. De rechtbank wijst de berekeningswijze van de Belastingdienst af, waardoor eiser meer BTW-aftrek krijgt toegekend.

Belanghebbende koopt in 2011 een HRe-ketel. Dit is een cv-ketel met een ingebouwde stirlingmotor die stroom opwekt, door middel van een warmtekrachtkoppeling (micro-WKK). De opgewekte elektriciteit die niet direct verbruikt wordt, wordt teruggeleverd aan het stroomnet. Eiser had al zonnepanelen voordat de HRe-ketel werd geleverd. Nadat eiser een verzoek om teruggave van BTW heeft ingediend, wordt op basis van het rapport BTW en WKK een vooraftrek van 12% toegekend.

Rechtbank Noord-Nederland beslist dat de aftrek wordt bepaald op basis van het werkelijk gebruik van de ketel. De rechtbank wijst de berekening van de Belastingdienst af. De rechtbank hanteert een praktische handelwijze om met de moeilijkheden bij het vaststellen van het werkelijk gebruik om te gaan. Allereerst wordt de verhouding van opgewekte warmte ten opzichte van opgewekte stroom vastgesteld door het aantal kuub gas af te zetten tegen het aantal kWh. Beide worden vervolgens in een geldswaarde omgezet. Dit leidt tot een verhouding stroom/warmte van afgerond 25%. Vervolgens wordt op basis van gedetailleerde berekeningen van eiser over meerdere jaren het aandeel privégebruik elektriciteit vastgesteld op 10%. De rechtbank kent een aftrek toe van 90% x 25% x € 1838 = € 414.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 29 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen