Belanghebbende, X, drijft een drogisterij in het centrum van Goes. Aan de gevel van zijn pand, een rijksmonument, is een zogeheten ‘gaper' bevestigd en een uithangbord met de naam van het bedrijf. De gaper bestaat uit een beeld van het hoofd van een man van zuidelijke afkomst met een open mond en een grimas vanwege het (vies smakend) medicijn dat hij moet innemen. Rechtbank Middelburg oordeelt dat X voor de gaper en het uithangbord reclamebelasting moet betalen. Dat de uitingen niet van het pand verwijderd kunnen worden, laat onverlet dat het gaat om reclame-uitingen voor de onderneming van X, aldus de rechtbank.
Hof 's-Gravenhage oordeelt in navolging van Rechtbank Middelburg dat X terecht een aanslag reclamebelasting heeft gekregen voor de gaper en het uithangbord dat hij niet van het pand mag verwijderen. Door de aanwezigheid van belanghebbendes drogisterij in het rijksmonument verkrijgt de gaper volgens het hof het karakter van een openbare aankondiging in de zin van de verordening reclamebelasting van de gemeente Goes. X stelt terecht dat het in het huidige tijdsgewricht min of meer toevallig is dat in een rijksmonument als het onderhavige een drogisterij is gevestigd. Verder stelt X terecht dat hij de gaper niet van het pand mag verwijderen. Dit alles maakt echter niet dat de heffing van reclamebelasting leidt tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing die de wetgever met het toekennen van de in art. 227 van de Gemeentewet gegeven bevoegdheid niet op het oog kan hebben gehad. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.