Staatssecretaris Van Rij van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (36422) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Met de voorgestelde vastgoedmaatregel kiest het kabinet voor een robuuste oplossing om de heffingslekken in het fbi-regime te dichten. Dat schrijft Staatssecretaris Van Rij van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (36422) die hij naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De leden van de fracties van de VVD, D66, het CDA, de PvdA, GroenLinks, de ChristenUnie en het lid Omtzigt hebben vragen gesteld en opmerkingen gemaakt bij dit wetsvoorstel. Door alle waarborgen die zijn ingebouwd is het kabinet ervan overtuigd dat de vrijstelling voldoende robuust is vormgegeven om niet te worden misbruikt. Het kabinet verwacht geen grote gevolgen voor de huurmarkt.
Het kabinet heeft na de internetconsultatie besloten om de inwerkingtreding van de vastgoedmaatregel uit te stellen tot 1 januari 2025. De tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting die met ingang van 1 januari 2024 in werking treedt en geldt tot en met 31 december 2024 geeft voldoende tijd om in 2024 te herstructureren onder toepassing van deze vrijstelling.
Het kabinet heeft van de gelegenheid gebruikgemaakt om in het wetsvoorstel ook enkele redactionele wijzigingen in het fbi-regime op te nemen. Per abuis is bij een dergelijke redactionele wijziging een te groot deel van de bestaande wettekst vervangen. Dat is in deze nota van wijziging hersteld.
Lees ook het thema Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (36422).
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 17 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2023