Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op toepassing van de vrijstelling van € 10.000. De inspecteur heeft in 2020 duidelijk kenbaar gemaakt dat hij zijn standpunt heeft gewijzigd. Het opgewekte vertrouwen is daarmee beëindigd.

X woont sinds 2005 in Zuid-Afrika en ontvangt in 2020 € 18.000 aan inkomsten uit vroegere dienstbetrekking uit Nederland. Hij ontvangt deze inkomsten uit vroegere dienstbetrekking sinds 2016. In zijn IB-aangifte 2020 verzoekt X om toepassing van een vrijstelling op het inkomen van € 10.000. Volgens de inspecteur heeft X echter geen recht op de vrijstelling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op toepassing van de vrijstelling van € 10.000 uit het Belastingverdrag met Zuid-Afrika. Bij de inwerkingtreding van het nieuwe Belastingverdrag in 2008 is er namelijk voor gekozen om de overgangsregeling alleen toe te passen voor reeds lopende pensioenuitkeringen. Nu X de inkomsten pas sinds 2016 geniet, is de overgangsregeling niet van toepassing. De rechtbank verwerpt het beroep van X op door de inspecteur opgewekt vertrouwen. De vrijstelling is weliswaar voor de jaren 2018 en 2019 toegepast, maar de inspecteur heeft in 2020 duidelijk kenbaar gemaakt dat hij zijn standpunt heeft gewijzigd. Het opgewekte vertrouwen is daarmee dan ook beëindigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 17

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Editie: 17 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

241

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen