X bemiddelt bij de verkoop van auto’s vanuit Duitsland. X doet geen aangiften omzetbelasting over het tweede en derde kwartaal van 2017. Na naheffingsaanslagen van de inspecteur dient X nihilaangiften in. Volgens de Duitse fiscus is het Nederlandse btw-identificatienummer van X meermaals gelist als ontvanger van intracommunautaire leveringen. X vervoert de auto’s zelf naar Nederland. X stelt als katvanger te worden gebruikt. De inspecteur legt op grond van de listing een naheffingsaanslag inclusief belastingrente beschikking op voor het tweede en derde kwartaal van 2017. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht naheft. X wist of had moeten weten dat door zijn aangiftes een aanzienlijk bedrag aan belasting niet zou worden geheven. Dit blijkt uit het feit dat X bij het ophalen van de auto’s zelf de afhaalverklaring tekende en foto’s van zijn identiteitsbewijs heeft laten maken. X heeft niet de vereiste aangifte gedaan, omkering en verzwaring van de bewijslast is van toepassing. Dat X katvanger zou zijn wordt niet onderbouwd. Tegen de hoogte van de naheffingsaanslag zijn geen gronden aangevoerd. De naheffingsaanslag is niet te hoog vastgesteld. X' beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 6 december
Informatiesoort: VN Vandaag