Belanghebbende, X, is melkveehouder. In 1998 verkoopt hij ruim 2 hectare landbouwgrond, die hij tien jaar later levert aan F bv, die voornemens is de grond te bebouwen met kantoren. X verantwoordt de winst op de landbouwgrond in de aangifte IB 2008 en past de landbouwvrijstelling toe zoals die luidde ten tijde van de verkoop (in 1998) waardoor alle boekwinst onbelast blijft. De inspecteur daarentegen berekent de winst met toepassing van de sinds 27 juni 2000 geldende (nieuwe) landbouwvrijstelling en brengt een winstcorrectie aan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de vraag of het door X behaalde voordeel dat hij in 2008 fiscaal verantwoordt onder de landbouwvrijstelling valt, beantwoord moet worden aan de hand van het regime van de nieuwe landbouwvrijstelling. Als ervan wordt uitgegaan dat X ook al in 1998, ten tijde van het sluiten van de obligatoire overeenkomst, winst had mogen nemen voor de verkooptransactie en het voordeel dan zou zijn vrijgesteld op grond van de destijds van toepassing zijnde oude landbouwvrijstelling, kan dat hem niet baten. X heeft namelijk in 1998 geen winst genomen en van een fout in de zin van de foutenleer is geen sprake, zodat een eventueel herstel in 2008 niet aan de orde kan zijn. Het hof ziet ook geen reden om op basis van een redelijke wetstoepassing de regels van de oude landbouwvrijstelling toe te passen op het door X in 2008 gerealiseerde voordeel. Omdat de koopovereenkomst in 1998 is gesloten dient voor toepassing van de landbouwvrijstelling te worden uitgegaan van de WEVAB per 20 februari 1998. Dit houdt in dat van de totale boekwinst een bedrag van € 28.520 (WEVAB € 47.250 -/- boekwaarde € 18.730) is vrijgesteld en een bedrag van € 186.792 is belast. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.12
Wet op de loonbelasting 1964 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 april