Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur niet aannemelijk maakt – en het dossier bevat daarvoor ook niet voldoende aanknopingspunten – dat X drie jaren later nog beschikte over de in de informatiebeschikking genoemde e-mails.

X verleent diensten op het vlak van (ver)bouwen, budgettering en bouwcoördinatie. In 2012 koopt hij een woonboerderij voor € 820.000. In 2016 verkoopt X deze door voor € 1.800.000. In 2019 stelt de inspecteur vragen over de gang van zaken. Volgens X is het een privékwestie en hij wil de gegevens daarom niet verstrekken. In geschil is de afgegeven informatiebeschikking. Volgens Rechtbank Gelder land gaat de inspecteur er terecht vanuit dat X onder meer via de e-mail met diverse partijen – zoals de gemeente – over de boerderij heeft gecommuniceerd. Deze e-mails kunnen dus van belang zijn voor de belastingheffing bij X. In hoger beroep stelt X dat hij de e-mails niet meer bezit.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt – en het dossier bevat daarvoor ook niet voldoende aanknopingspunten – dat X ten tijde van het informatieverzoek (mei 2019) nog beschikte over de in de informatiebeschikking genoemde e-mails. Het chronologische overzicht waar de inspecteur zich op baseert, zou ergens in 2016 zijn afgedrukt en slechts die afdruk zou zijn bewaard. Weliswaar heeft X hiermee wellicht zijn wettelijke administratie- en bewaarplicht geschonden, maar dat is niet het verwijt dat aan de onderhavige beschikking ten grondslag ligt. Het beroep van X is gegrond. De beschikking wordt vernietigd.

Lees ook het thema: Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 juli

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen