Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X vof na de waarschuwing van haar voormalige boekhouder wist dat te lage BTW-aangiften waren gedaan. Ondanks dat de nieuwe boekhouder tot dezelfde conclusie kwam, is door X vervolgens nagelaten om zelf hiertoe een mededeling aan de inspecteur te doen.

Vof X exploiteert een houtgroothandel. Haar externe boekhouder waarschuwt in maart 2017 dat er een grote BTW-schuld is en dat X suppleties moet doen. Later constateert de inspecteur tijdens een boekenonderzoek dat er structureel (nog meer) te weinig BTW is aangegeven. De boekhouder zegt op basis hiervan het vertrouwen op en adviseert X om een andere boekhouder te zoeken. In geschil zijn de vergrijpboeten wegens het niet voldoen aan de suppletieplicht. Volgens Rechtbank Gelderland schuift X de schuld ten onrechte af op haar boekhouder. Die kreeg van haar namelijk alleen telefonisch door wat nodig was voor de aangiften. De inspecteur heeft de boeten van 50% (2014 en 2015) en 25% (2016) zelf al gehalveerd. Wegens het overschrijden van de redelijke worden die thans verder gematigd tot € 12.785 (2014), € 21.441 (2015) en € 7597 (2016). X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X na de waarschuwing van haar voormalige boekhouder wist dat voor 2014 en 2015 te lage aangiften waren gedaan. Ondanks dat de nieuwe boekhouder tot dezelfde conclusie kwam, is door X vervolgens nagelaten om zelf hiertoe een mededeling aan de inspecteur te doen. Voor 2014 en 2015 heeft zij dus willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat te weinig BTW zou worden geheven. Voor 2016 is sprake van grove schuld. Het maakt niet uit dat ook een verzuimboete is opgelegd (zie 21/00122). Het niet melden van onjuiste of onvolledige BTW-aangiften is namelijk wat anders dan te laat BTW afdragen. De door de rechtbank gehandhaafde boeten zijn passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema: Artikel 10a AWR: de suppletieplicht.

Lees ook het thema: Strafrechtelijke afdoening van fiscaalbestuursrechtelijke zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 5:43

Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 juli

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen