Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een schenking. Er is namelijk een rente van 6% afgesproken en het staat vast dat sprake is van een onzakelijke lening.

A bv leent in 2007 € 166.670 aan B bv tegen 6% rente. De aandelen B bv zijn in handen van belanghebbende, X, de zoon van Q, de aandeelhouder van A bv. Op 2 januari 2008 worden de leningen uitgebreid. De schuld wordt in 2014 kwijtgescholden. De inspecteur legt twee aanslagen schenkingsrecht op aan X, één voor een schenking in 2007, in verband met een renteverschil, en één voor een schenking in 2014. De inspecteur is van mening dat de aanvullende lening uit 2008 is verstrekt onder volstrekt onzakelijke voorwaarden en dat die lening is aangegaan onder een opschortende voorwaarde, inhoudende dat kwijtschelding zal plaatsvinden als het onzakelijke debiteurenrisico zich manifesteert. Volgens de inspecteur is dat het geval in 2014, wanneer de lening wordt kwijtgescholden. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat partijen bij het aangaan van de aanvullende lening een impliciete opschortende voorwaarde zijn overeengekomen en vernietigt de aanslag voor het jaar 2014. Het bezwaar tegen de aanslag 2007 wordt ambtshalve niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een schenking. Er is namelijk een rente van 6% afgesproken en het staat vast dat sprake is van een onzakelijke lening. Het hof wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 1981 (20 335, BNB 1981/198). Voor de schenking voor het jaar 2007 geldt dat de rechtbank ten onrechte de ontvankelijkheid van het bezwaar ambtshalve heeft beoordeeld. Het hof verklaart het beroep van X vervolgens ongegrond. Voor de schenking voor het jaar 2014 geldt dat deze, op grond van het civiele recht, reeds in 2008 heeft plaatsgevonden. Het hof merkt hierbij ook nog op dat geen sprake is van een opschortende voorwaarde. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat partijen hebben afgesproken dat de lening uit 2008 zou worden kwijtgescholden. Daarbij is van belang dat de kwijtschelding bijna zeven jaar na het verstrekken van de lening 2008 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de aanslag 2014 dan ook terecht vernietigd.

Lees ook het thema: De onzakelijke lening

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 15

Successiewet 1956 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 juli

114

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen