Het kabinet kan zich niet vinden in de maatvoering van de maatregelen in het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks met betrekking tot de BOR. Het verlagen van de vrijstelling naar 25% zou een grote toename van de belastingdruk voor vele belastingplichtigen betekenen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.

Het initiatiefwetsvoorstel bestond oorspronkelijk uit zes maatregelen, waarvan een deel inmiddels door het kabinet is overgenomen. Momenteel bestaat het nog uit een tweetal maatregelen, namelijk het uitzonderen van kleine aanmerkelijkbelangpakketten (minder dan 25%) en het verlagen van de BOR-vrijstelling naar 25% met een maximum van € 1 miljoen. Het kabinet wil met ingang van 1 januari 2026 de toegang tot de BOR en DSR ab beperken tot reguliere aandelen met een minimum van 5% in het geplaatste aandelenkapitaal. Hiermee wordt de doelmatigheid van de BOR en de DSR ab verbeterd zonder dat echte ondernemers worden uitgesloten. Tevens blijft de samenhang met de definitie van een aanmerkelijk belang in stand. Bij de maatregel in het initiatiefwetsvoorstel zou deze samenhang verloren gaan, wat de complexiteit doet toenemen.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35b

[Nieuwsbron]

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 10 april

Informatiesoort: VN Vandaag

569

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen