De Tweede Kamer heeft op 9 april 2024 vijf moties aangenomen die waren ingediend bij het debat over een extra belasting voor extreem rijken.

In de moties wordt de regering verzocht:

  • te rapporteren over de voortgang van de motie-Alkaya (om met zo veel mogelijk OESO-landen een kopgroep te vormen die actief zal gaan pleiten voor de invoering van een mondialeminimumvermogensbelasting voor miljardairs, 36418, nr. 74, V-N 2023/50.30), deze met prioriteit te blijven uitvoeren en zich op een constructieve manier aan te sluiten bij het G20-initiatief voor effectieve belasting van de allerrijksten (25087, nr. 330);

  • zich actief te blijven inspannen voor de invoering van een wereldwijde minimumbelasting ten aanzien van zogenaamde hypermobile wealthy individuals (25087, nr. 333);

  • een evaluatie te doen naar de doelstellingen, de huidige regelgeving, de handhavings- en uitvoeringspraktijk rondom de vaststelling van fiscale woonplaats (25087, nr. 334 (gewijzigd));

  • de lucratiefbelangregeling zodanig aan te passen dat managers actief in de private-equitysector ten aanzien van hun carried interest worden belast naar het progressieve tarief van box 1 van de inkomstenbelasting (25087, nr. 335);

  • alles op alles te zetten om te voorkomen dat de verhouding tussen de belastinginkomsten die door werkende mensen worden opgebracht en de belastinginkomsten uit kapitaal schever wordt (25087, nr. 336).

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 10 april

Informatiesoort: VN Vandaag

2598

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen