Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van wederzijdse dwaling. Het beroep op vernietiging van de schenkingsovereenkomst wegens wederzijdse dwaling moet worden geacht te zijn voorgewend.

A en B, de ouders van belanghebbende X, schenken op 29 september 2014 25 certificaten van de aandelen in Z bv aan ieder van hun drie kinderen. Hierbij wordt de BOR toegepast. Na het overlijden van vader begin 2017, ondertekenen moeder en kinderen in mei 2017 een overeenkomst ter zake van dwaling waarin staat dat partijen zich niet bewust zijn geweest dat de onderneming binnen 5 jaar failliet zou kunnen gaan en van het feit dat als de onderneming niet kan worden voortgezet door oorzaken die buiten hun macht liggen niet aan het voortzettingsvereiste is voldaan. De certificaten worden teruggeleverd aan moeder. Op 27 juni 2017 wordt het faillissement van Z bv uitgesproken. De inspecteur legt een navorderingsaanslag schenkbelasting op aan X omdat niet is voldaan aan het voortzettingsvereiste na het faillissement. Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 10 januari 2020 (19/01199, V-N 2020/4.11) verzoekt X om de navorderingsaanslag te vernietigen. De inspecteur wijst het verzoek af. X is het hier niet mee eens en beroept zich daarbij op de overeenkomst ter zake van dwaling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van wederzijdse dwaling. De rechtbank overweegt dat pas in 2016 rekening werd gehouden met de mogelijkheid van een faillissement. De enkele omstandigheid dat de ouders en de kinderen er pas na de schenking achter kwamen dat een faillissement binnen vijf jaar zou leiden tot het terugnemen van de BOR, brengt niet mee dat een beroep op dwaling mogelijk is. Het beroep op vernietiging van de schenking wegens wederzijdse dwaling moet worden geacht te zijn voorgewend. De schenking is niet ongedaan gemaakt als gevolg van dwaling. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35e

Successiewet 1956 53

Burgerlijk Wetboek Boek 6 228

Successiewet 1956 35b

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Editie: 17 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

52

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen