Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij minder dan 500 km voor privédoeleinden met de auto heeft gereden. De inspecteur heeft dan ook terecht rekening gehouden met het autokostenforfait. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Aan X is een auto ter beschikking gesteld door haar werkgever. In haar IB-aangifte 2006 brengt X een bedrag van € 7588 als negatief loon in aftrek in verband met de auto. Volgens X heeft haar werkgever in de jaaropgaaf namelijk abusievelijk rekening gehouden met het privégebruik van de auto en gebruikt zij de auto niet voor privédoeleinden. De inspecteur houdt wel rekening met een bijtelling voor het privégebruik van de auto en staat de aftrek niet toe. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij minder dan 500 km voor privédoeleinden met de auto heeft gereden, en laat de aanslag in stand.

Hof Amsterdam (EK I, 31 oktober 2013, 12/00303, V-N 2014/7.1.1) oordeelt dat X moet doen blijken dat zij de auto in 2006 niet voor meer dan 500 km voor privédoeleinden heeft gebruikt. Volgens het hof is X hier niet in geslaagd. Het hof acht onder andere van belang dat X geen rittenregistratie per rit heeft aangehouden. Verder wijst het hof er op dat X volstond met het noteren van de ritten in haar agenda en werden de afgelegde kilometers achteraf globaal genoteerd. Daarnaast gaf X niet de gereden route aan als deze afweek van de meest gebruikelijke route. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen