Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank de waarde ten onrechte heeft vernietigd wegens een onjuiste objectafbakening en wijst alle formele klachten van X af. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
X is eigenaar van een woonboerderij met naastgelegen schuren, recreatiewoningen en een weiland. De WOZ-waarde is vastgesteld op € 1.263.000. De rechtbank vermindert de waarde wegens een onjuiste objectafbakening. Het weiland hoort volgens de rechtbank niet bij het object. X komt in hoger beroep, omdat de rechtbank zijn formele klachten heeft afgewezen. De heffingsambtenaar stelt incidenteel hoger beroep in over de objectafbakening.
Hof Den Haag (V-N Vandaag 2019/2110) vernietigt het oordeel van de rechtbank. De heffingsambtenaar heeft het object juist afgebakend. X heeft het weiland aangekocht om de vrije ligging en het uitzicht vanuit de woonboerderij te waarborgen. Het weiland vervult daarmee een functie voor en is derhalve dienstbaar aan de woning en/of B&B. Het hof verwerpt de klachten van X inzake de dwangsom. De ingebrekestelling van X was prematuur, omdat de heffingsambtenaar de termijn kon verdagen (HR 5 april 2019, BNB 2019/115). Er is ook geen dwangsom verbeurd wegens het niet toesturen van het taxatieverslag. Het verslag was beschikbaar via de website. Daarmee heeft de heffingsambtenaar voldaan aan art. 40 Wet WOZ. Het hof verwerpt ook het verzoek van X om een schadeloosstelling van € 8.500 wegens onzorgvuldig handelen van de heffingsambtenaar. Het beroep van X is ongegrond en het incidenteel hoger beroep is gegrond. X krijgt geen proceskosten vergoed.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Algemene wet bestuursrecht 7:10
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 9 juni