De echtgenote van belanghebbende, X, geeft eind oktober 2009 openheid van zaken over een buitenlandse bankrekening. De inspecteur legt met dagtekening 31 december 2009, te weten de laatste dag van de navorderingstermijn, navorderingsaanslagen IB/PVV 1997 en vermogensbelasting 1998 op.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de navorderingsaanslagen zowel tijdig als met voldoende voortvarendheid heeft opgelegd. Een belastingdeurwaarder heeft de enveloppe met daarin de aanslagen overhandigd aan de buurman, omdat de brievenbus van X was afgesloten en er niemand thuis was. Nu de aanslagen uiterlijk 31 december 2009 zijn vastgesteld en X in ieder geval op 2 januari 2010 bekend is geworden met de aanslagen, kan in het midden blijven of de navorderingsaanslagen op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt zijn (HR 29 juni 2012, nr. 11/03759, V-N 2012/19.10). De aanslagen zijn ook voldoende voortvarend opgelegd nu de inspecteur meteen om aanvullende informatie heeft verzocht nadat X openheid van zaken heeft gegeven. Na ontvangst van de aanvullende informatie heeft de inspecteur binnen een maand de aanslagen opgelegd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16-4