Rechtbank Gelderland oordeelt dat in gevallen waarin de belanghebbende pas op een later moment op de hoogte raakt van een uitspraak op bezwaar, dat latere moment geldt als tijdstip waarop in de bezwaarfase de redelijke termijn eindigt.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een aanslag IB/PVV 2012.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat in gevallen waarin de belanghebbende pas op een later moment op de hoogte raakt van een uitspraak op bezwaar, dat latere moment geldt als tijdstip waarop in de bezwaarfase de redelijke termijn eindigt. In dit geval maakt de inspecteur de verzending van de uitspraak op bezwaar omstreeks 13 maart 2014 niet aannemelijk en is X pas op 10 december 2015 van de uitspraak op de hoogte geraakt. Dit betekent dat het op 12 december 2015 ingediende beroepschrift ontvankelijk is en dat de redelijke termijn in de bezwaarfase is overschreden. X heeft recht op een schadevergoeding van € 1000. De rechtbank verwijst de zaak terug naar de inspecteur omdat deze bij de aanslagregeling niet de nodige kennis over de relevante feiten en af te wegen belangen heeft vergaard (art. 3:2 Awb). Verder oordeelt de rechtbank dat de ontvanger het bezwaar van X tegen de invorderingskosten ten onrechte heeft doorgestuurd naar de rechtbank in plaats van dit zelf te behandelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

1

Gerelateerde artikelen